Een duivenliefdesverhaal

Een duif… Een soort duif maar toch anders dan een duif. “Kumru” in het Turks. Zij vertrok van uit de Balkan. Zij kwam aan, aan de kust van de Marmara Zee. Naar een stad met smalle wegen: ‘Evreşe’. De stad had zelfs een eigen Turks lied, genaamd: ‘Evreşe yolları dar’ (De  wegen van Evreşe zijn smal).

Dan was daar nog een duif. Hij vertrok ook van uit de Balkan. Zijn vleugels of de wind brachten hem ook naar een andere plaats. Hij wist de wind niet te weerstaan. Het geloof dat wind wijssheid had.  Of was het de wind die fluisterde in zijn oren. Fluisterde over de liefde,  hij voelde het. 

A-ha!… 

Hij  arriveerde in het duivendorp. Het was zo’n dorp met wijsheid vol, dat ze van de kerk een school hebben gemaakt. Hij las graag, de wind bracht hem daar. Er waren bovendien mooie beekjes, mooie weilanden .

Duiven hadden regels. Eigenlijk waren het niet echt regels, misschien was het wel hun aard. Deze werden met de tijd traditie. Duiven voldoen altijd aan de voorwaarden. Ze klagen niet. Deze Beide duiven wisten dat. Ze hadden geen klachten van hun moeders en hun vaders gehoord. Maar er was een oorlog gaande. Daarom zijn ze gevlucht.

Met deze gedachten in haar hoofd vloog zij richting zee. Zij keek naar het kalme water van de ochtend. Zij zag zichzelf in het water, voelde zich op de een of andere manier vreemd.

Tegelijkertijd bevond hij zich aan de rand van de beek van het dorp. Hij keek ook naar zichzelf in het heldere stromende water. Hij voelde dat er iets ontbrak.

Vervolgens keken ze allebei naar de andere duiven die in paren vlogen. Glimlachend…

Ze zagen ook gelukkige duiven in hun nest. Goedemorgen, zeiden ze allemaal met liefde.

Natuurlijk keken engelen naar hen vanuit de lucht. Met een diepe glimlach en bewustzijn. Ze wisten wat er ontbrak. De vleugels zijn gemaakt als een paar. Twee ogen, twee voeten. Alles was in twee. Maar hun harten waren alleen.

Het lot zal zijn weg vinden, zei een voorbijtrekkende wijze.

Daarna verlieten ze zichzelf in de richting waar de wind waaide en het water stroomde. Ze zagen twee dolfijnen met een prachtige glimlach. Ze vergezelden hun enthousiast op hun weg. Er zat natuurlijk een wijsheid in alles. Hier ook.

Er was een derwisj die ze kenden in Anatolië, zijn naam was ook Dolphin. Hij was loyaal aan God, vrij van ego. Een God in de universele betekenis. Net als de duiven.

Duiven hielden niet van kooien, nooit… 

Maar ze waren het symbool van trouw.

De twee duiven vlogen van het blauw van de zee naar het groen van de vlakte… Zich niet bewust van elkaar.

De betekenisvolle glimlach van de dolfijnen in hun geheugen. Een boodschap van wijsheid.

Een leidraad voor het lot…

Toen zagen ze een klein straatje. Zoals die in Evreşe.

Bomen… 

Zoals die in Duivensdorp. 

Twee-Dolfijnenstraat. Ja, het was de naam van een klein straatje midden in groen Bursa, hun nieuwe stad.

Engelen glimlachten boven de wolken. Duiven geloofden in wijsheid. De wijsheid heeft hen nooit verlaten.

De twee duiven zijn sindsdien genest in de Twee-Dolfijnenstraat. Ze hadden babyduiven. Ze woonden in hun kleine nest, maar ze waren altijd groot in hun hart.

Maar het leven kwam ertussen.

Te vroeg ïmmigreerde de Vader met een duik naar de hemel.

Aan deze kant van de Marmara Zee bracht de moederduif de rest van haar leven door. Elke dag naar twee dolfijnen kijkend… Tot de tijd dat de engelen boven de wolken fluisterden.

En een nieuwe wind de twee duiven naar hun eeuwige nest bracht…

17 June 2020
yuksel_cilingir